lactatiekundige zorg in het basispakket
Hier vind je ons pleidooi voor lactatiekundige zorg in het basispakket (van het kind).
Op deze pagina staat de uitleg voor het pleidooi.
Daarna kun je verder lezen over de achtergrondinformatie voor het pleidooi.
Vervolgens vind je het huidige beleid en wat er verder moet gebeuren.
Ten slotte kun je de bronvermelding raadplegen.
Veel leesplezier gewenst!
Best gek eigenlijk dat je kindje wel de zorg van een diëtist, fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut of een andere medisch specialist vergoed krijgt, maar dat je voor een lactatiekundige moet betalen. Terwijl de melk toch echt in het maagje van je kind gaat, en je met name de gezondheid van dat kind daarmee een plezier doet.
Dat betekent dat als je begonnen bent met het geven van borstvoeding en het loopt niet zoals gewenst, je maar net in staat moet zijn de kosten van een gecertificeerde borstvoedingspecialist te kunnen betalen. Want niet elke zorgverzekeraar vergoedt de komst van een lactatiekundige, en ook voor een aanvullend zorgpakket moet je voldoende financieel draagkrachtig zijn.
Helemaal gek omdat het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, wat Nederland heeft ondertekend, een speciaal artikel aan dit onderwerp heeft gewijd:
Artikel 24 Gezondheidszorg
"Het kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en op gezondheidszorgvoorzieningen. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden. Extra aandacht is er voor de vermindering van baby- en kindersterfte, eerstelijnsgezondheidszorg, voldoende voedsel en schoon drinkwater, zorg voor moeders voor en na de bevalling en voor voorlichting over gezondheid, voeding, borstvoeding en hygiëne. De overheid zorgt ervoor dat traditionele gewoontes die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen, worden afgeschaft".
Komt nog bij dat de lat voor jonge ouders behoorlijk hoog gelegd wordt als het gaat om borstvoeding. Als zwangere en in je kraambed weet zo'n beetje elke zorgverlener je wel te vertellen over de 'voordelen' van borstvoeding. Maar zodra je tegen problemen aanloopt, is het een kwestie van mazzel hebben de juiste hulp te krijgen. En zo niet, dan is het betalen geblazen voor je lactatiekundige. Moet je zin en geld voor hebben!
Dat vinden wij gek. En ook oneerlijk voor de ouders die niet in staat zijn de kosten voor professionele zorg bij borstvoeding te betalen. Laat staan voor dat kleine kindje - met zonder keuze. Daarom schreven we dit pleidooi:
Lactatiekundige zorg in het basispakket.
Omdat een goede gezondheid een basisrecht is voor elk kind.
Voel je je geroepen er iets mee te doen? Laat het ons vooral weten!
Lees hier verder over de achtergrond van het pleidooi, het huidige beleid en wat nu verder.
Op deze pagina staat de uitleg voor het pleidooi.
Daarna kun je verder lezen over de achtergrondinformatie voor het pleidooi.
Vervolgens vind je het huidige beleid en wat er verder moet gebeuren.
Ten slotte kun je de bronvermelding raadplegen.
Veel leesplezier gewenst!
Best gek eigenlijk dat je kindje wel de zorg van een diëtist, fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut of een andere medisch specialist vergoed krijgt, maar dat je voor een lactatiekundige moet betalen. Terwijl de melk toch echt in het maagje van je kind gaat, en je met name de gezondheid van dat kind daarmee een plezier doet.
Dat betekent dat als je begonnen bent met het geven van borstvoeding en het loopt niet zoals gewenst, je maar net in staat moet zijn de kosten van een gecertificeerde borstvoedingspecialist te kunnen betalen. Want niet elke zorgverzekeraar vergoedt de komst van een lactatiekundige, en ook voor een aanvullend zorgpakket moet je voldoende financieel draagkrachtig zijn.
Helemaal gek omdat het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, wat Nederland heeft ondertekend, een speciaal artikel aan dit onderwerp heeft gewijd:
Artikel 24 Gezondheidszorg
"Het kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en op gezondheidszorgvoorzieningen. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden. Extra aandacht is er voor de vermindering van baby- en kindersterfte, eerstelijnsgezondheidszorg, voldoende voedsel en schoon drinkwater, zorg voor moeders voor en na de bevalling en voor voorlichting over gezondheid, voeding, borstvoeding en hygiëne. De overheid zorgt ervoor dat traditionele gewoontes die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen, worden afgeschaft".
Komt nog bij dat de lat voor jonge ouders behoorlijk hoog gelegd wordt als het gaat om borstvoeding. Als zwangere en in je kraambed weet zo'n beetje elke zorgverlener je wel te vertellen over de 'voordelen' van borstvoeding. Maar zodra je tegen problemen aanloopt, is het een kwestie van mazzel hebben de juiste hulp te krijgen. En zo niet, dan is het betalen geblazen voor je lactatiekundige. Moet je zin en geld voor hebben!
Dat vinden wij gek. En ook oneerlijk voor de ouders die niet in staat zijn de kosten voor professionele zorg bij borstvoeding te betalen. Laat staan voor dat kleine kindje - met zonder keuze. Daarom schreven we dit pleidooi:
Lactatiekundige zorg in het basispakket.
Omdat een goede gezondheid een basisrecht is voor elk kind.
Voel je je geroepen er iets mee te doen? Laat het ons vooral weten!
Lees hier verder over de achtergrond van het pleidooi, het huidige beleid en wat nu verder.
Lactatiekundige zorg in het basispakket.
Omdat een goede gezondheid een basisrecht is voor elk kind.
- says who?
pleidooi
Vanwege de gezondheidseffecten adviseert de overheid om ten minste zes maanden exclusief borstvoeding te geven. Helaas krijgt minder dan de helft van de kinderen rond een half jaar nog borstvoeding. Dit is in strijd met het internationale recht van een kind op de best mogelijke gezondheid en gezondheidsvoorzieningen. Ondanks regelgeving en initiatieven vanuit de overheid slagen ouders en zorgverleners er niet in de meeste baby's aan de borst te houden. Het consulteren van een opgeleide expert op het gebied van borstvoeding zou voor elk kind mogelijk moeten zijn. Room Borstvoeding pleit voor het invoeren van lactatiekundige zorg voor kinderen in het basispakket.
Veronique Thijssen en Nike Mencke zijn eigenaar van het bedrijf Room Borstvoeding en gespecialiseerd in hulp bij borstvoeding. Als lactatiekundige IBCLC zien zij jaarlijks meer dan 500 moeders met hun baby. Een lactatiekundige begeleidt het proces van borstvoeding en lactatie en biedt zorg op maat. De relatie tussen moeder en kind staat centraal en lactatiekundigen scheppen voorwaarden om de keuzes van de moeder te verwezenlijken. Lactatiekundigen worden als expert steeds vaker geraadpleegd en ingezet en een groot aantal zorgverzekeraars vergoedt lactatiekundige ondersteuning en begeleiding geheel of gedeeltelijk vanuit de aanvullende verzekering (Bron: NVL).
Borstvoeding
Borstvoeding is het logische en natuurlijke vervolg op een zwangerschap en hoort bij een optimale ontwikkeling van het kind op fysiek en emotioneel gebied. Dit is de reden waarom WHO/Unicef adviseert om baby’s de eerste zes maanden exclusief borstvoeding te geven, wat na het introduceren van vaste voeding kan worden doorgezet tot het tweede levensjaar, of langer naar wens (bron who). Nederland scoort laag in vergelijking met ander EU landen als het gaat om het percentage zuigelingen dat borstvoeding krijgt. Tachtig procent van de Nederlandse pasgeboren baby’s krijgt direct na de bevalling borstvoeding, maar na twee maanden is dat al gedaald naar de helft. Redenen hiervoor zijn twijfels over voldoende melk, pijn bij het voeden en problemen met de aanlegtechniek (bron: TNO). Meer dan de helft van alle hondervijfentachtig duizend kinderen die per jaar in Nederland geboren worden, loopt daarmee het risico onnodig ziek te worden omdat ze niet kunnen profiteren van de gezondheidseffecten van moedermelk. Ziekten die uiteenlopen van maag-darminfecties, luchtweginfecties, middenoorontstekingen, obesitas, astma, colitis ulcerosa en Crohn, diabetes mellitus type 1&2, wiegendood tot bepaalde vormen van kanker (Bron: The Lancet 2016).
Met name baby’s van laagopgeleide moeders krijgen minder vaak en minder lang borstvoeding. Dit geeft een dubbele achterstand voor baby's geboren in een gezin met een lage sociaal economische status: een verhoogd risico op gezondheidsproblemen door het niet krijgen van borstvoeding als wel het minder vaak inschakelen van lactatiekundige zorg omwille van een verminderde financiële draagkracht.
Internationaal verdrag inzake rechten van het kind
Nederland heeft het Internationale Kinderrechtenverdrag getekend en geeft daarmee aan dat " kinderen recht hebben op de best mogelijke gezondheid en gezondheidsvoorzieningen." Dit recht staat omschreven in artikel 24 'gezondheidszorg':
"Het kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en op gezondheidszorgvoorzieningen. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden. Extra aandacht is er voor de vermindering van baby- en kindersterfte, eerstelijnsgezondheidszorg, voldoende voedsel en schoon drinkwater, zorg voor moeders voor en na de bevalling en voor voorlichting over gezondheid, voeding, borstvoeding en hygiëne. De overheid zorgt ervoor dat traditionele gewoontes die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen, worden afgeschaft."
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport streeft ernaar dat zoveel mogelijk kinderen tot zes maanden volledige borstvoeding krijgen en zij is verantwoordelijk voor het borstvoedingsbeleid (Bron: Nationaal Kompas). Zij heeft hiervoor enkele regelgeving opgesteld (zie huidig beleid). Ondanks huidige initiatieven om kinderen langer te laten profiteren van de gezondheidseffecten van borstvoeding, kunnen we stellen dat het streven van het VWS niet behaald wordt. Een half jaar na de geboorte krijgt enkel 39 procent van de kinderen borstvoeding. Niet verwonderlijk gezien de grootste daling ontstaat in de eerste weken na de bevalling (van 80 procent naar 57 procent in de eerste vier weken). Blijkbaar hebben bovenstaande initiatieven weinig effect op de eerste periode van voeden en is het in de praktijk voor moeders lastig zes maanden exclusief borstvoeding te geven. De initiatieven versterken met name de bewustwording over borstvoeding van de zorgverleners rondom moeder en kind, maar niet de inhoudelijke kennis. Zowel de zorgverleners als de ouders weten, in meer of mindere mate, van de gezondheidseffecten van borstvoeding en het advies een half jaar te voeden. Zorgverleners krijgen weinig scholing over borstvoeding of worden zelfs geschoold of gesponsord door de kunstvoedingsindustrie. Op deze manier ligt voor zowel zorgverlener als ouders de lat borstvoeding te geven hoog, maar is er voor de daadwerkelijke hulp bij het voeden vaak te weinig kennis en vaardigheid in huis.
Kosten
De economische impact van de lage borstvoedingcijfers is groot. Het verlengen van de borstvoedingsduur aan baby's is kostenbesparend, zowel wat betreft de gezondheidskosten voor baby als van de moeder. De overheid wil de preventieve gezondheidszorg stimuleren. In de huidige zorgverzekering voor kinderen tot 18 jaar is logopedie, fysiotherapie en dieetadvies onderdeel van het basispakket. Het implementeren van lactatiekundige zou hier perfect op aansluiten en een substantieel verschil kunnen maken in (onnodige) ziektekosten bij moeder en kind en de kwaliteit van leven.
Conclusie
Een kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en het krijgen van borstvoeding is hier een basisonderdeel van. De onthouding hiervan leidt tot negatieve gezondheidseffecten met bijbehorende zorgkosten. Ondanks het streven van de overheid om zoveel mogelijk baby's een half jaar borstvoeding te geven, scoort Nederland hierop laag in vergelijking met andere EU landen. Met name baby's van laagopgeleide ouders krijgen relatief kort borstvoeding en lopen meer risico op gezondheidsproblemen. Een expert op het gebied van borstvoeding helpt ouders en bij het geven van borstvoeding. De auteurs van dit stuk streven ernaar lactatiekundige zorg voor elk kind in Nederland beschikbaar te maken door deze zorg op te nemen in het basispakket tot 18 jaar van de zorgverzekering.
Veronique Thijssen en Nike Mencke zijn eigenaar van het bedrijf Room Borstvoeding en gespecialiseerd in hulp bij borstvoeding. Als lactatiekundige IBCLC zien zij jaarlijks meer dan 500 moeders met hun baby. Een lactatiekundige begeleidt het proces van borstvoeding en lactatie en biedt zorg op maat. De relatie tussen moeder en kind staat centraal en lactatiekundigen scheppen voorwaarden om de keuzes van de moeder te verwezenlijken. Lactatiekundigen worden als expert steeds vaker geraadpleegd en ingezet en een groot aantal zorgverzekeraars vergoedt lactatiekundige ondersteuning en begeleiding geheel of gedeeltelijk vanuit de aanvullende verzekering (Bron: NVL).
Borstvoeding
Borstvoeding is het logische en natuurlijke vervolg op een zwangerschap en hoort bij een optimale ontwikkeling van het kind op fysiek en emotioneel gebied. Dit is de reden waarom WHO/Unicef adviseert om baby’s de eerste zes maanden exclusief borstvoeding te geven, wat na het introduceren van vaste voeding kan worden doorgezet tot het tweede levensjaar, of langer naar wens (bron who). Nederland scoort laag in vergelijking met ander EU landen als het gaat om het percentage zuigelingen dat borstvoeding krijgt. Tachtig procent van de Nederlandse pasgeboren baby’s krijgt direct na de bevalling borstvoeding, maar na twee maanden is dat al gedaald naar de helft. Redenen hiervoor zijn twijfels over voldoende melk, pijn bij het voeden en problemen met de aanlegtechniek (bron: TNO). Meer dan de helft van alle hondervijfentachtig duizend kinderen die per jaar in Nederland geboren worden, loopt daarmee het risico onnodig ziek te worden omdat ze niet kunnen profiteren van de gezondheidseffecten van moedermelk. Ziekten die uiteenlopen van maag-darminfecties, luchtweginfecties, middenoorontstekingen, obesitas, astma, colitis ulcerosa en Crohn, diabetes mellitus type 1&2, wiegendood tot bepaalde vormen van kanker (Bron: The Lancet 2016).
Met name baby’s van laagopgeleide moeders krijgen minder vaak en minder lang borstvoeding. Dit geeft een dubbele achterstand voor baby's geboren in een gezin met een lage sociaal economische status: een verhoogd risico op gezondheidsproblemen door het niet krijgen van borstvoeding als wel het minder vaak inschakelen van lactatiekundige zorg omwille van een verminderde financiële draagkracht.
Internationaal verdrag inzake rechten van het kind
Nederland heeft het Internationale Kinderrechtenverdrag getekend en geeft daarmee aan dat " kinderen recht hebben op de best mogelijke gezondheid en gezondheidsvoorzieningen." Dit recht staat omschreven in artikel 24 'gezondheidszorg':
"Het kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en op gezondheidszorgvoorzieningen. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden. Extra aandacht is er voor de vermindering van baby- en kindersterfte, eerstelijnsgezondheidszorg, voldoende voedsel en schoon drinkwater, zorg voor moeders voor en na de bevalling en voor voorlichting over gezondheid, voeding, borstvoeding en hygiëne. De overheid zorgt ervoor dat traditionele gewoontes die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen, worden afgeschaft."
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport streeft ernaar dat zoveel mogelijk kinderen tot zes maanden volledige borstvoeding krijgen en zij is verantwoordelijk voor het borstvoedingsbeleid (Bron: Nationaal Kompas). Zij heeft hiervoor enkele regelgeving opgesteld (zie huidig beleid). Ondanks huidige initiatieven om kinderen langer te laten profiteren van de gezondheidseffecten van borstvoeding, kunnen we stellen dat het streven van het VWS niet behaald wordt. Een half jaar na de geboorte krijgt enkel 39 procent van de kinderen borstvoeding. Niet verwonderlijk gezien de grootste daling ontstaat in de eerste weken na de bevalling (van 80 procent naar 57 procent in de eerste vier weken). Blijkbaar hebben bovenstaande initiatieven weinig effect op de eerste periode van voeden en is het in de praktijk voor moeders lastig zes maanden exclusief borstvoeding te geven. De initiatieven versterken met name de bewustwording over borstvoeding van de zorgverleners rondom moeder en kind, maar niet de inhoudelijke kennis. Zowel de zorgverleners als de ouders weten, in meer of mindere mate, van de gezondheidseffecten van borstvoeding en het advies een half jaar te voeden. Zorgverleners krijgen weinig scholing over borstvoeding of worden zelfs geschoold of gesponsord door de kunstvoedingsindustrie. Op deze manier ligt voor zowel zorgverlener als ouders de lat borstvoeding te geven hoog, maar is er voor de daadwerkelijke hulp bij het voeden vaak te weinig kennis en vaardigheid in huis.
Kosten
De economische impact van de lage borstvoedingcijfers is groot. Het verlengen van de borstvoedingsduur aan baby's is kostenbesparend, zowel wat betreft de gezondheidskosten voor baby als van de moeder. De overheid wil de preventieve gezondheidszorg stimuleren. In de huidige zorgverzekering voor kinderen tot 18 jaar is logopedie, fysiotherapie en dieetadvies onderdeel van het basispakket. Het implementeren van lactatiekundige zou hier perfect op aansluiten en een substantieel verschil kunnen maken in (onnodige) ziektekosten bij moeder en kind en de kwaliteit van leven.
Conclusie
Een kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en het krijgen van borstvoeding is hier een basisonderdeel van. De onthouding hiervan leidt tot negatieve gezondheidseffecten met bijbehorende zorgkosten. Ondanks het streven van de overheid om zoveel mogelijk baby's een half jaar borstvoeding te geven, scoort Nederland hierop laag in vergelijking met andere EU landen. Met name baby's van laagopgeleide ouders krijgen relatief kort borstvoeding en lopen meer risico op gezondheidsproblemen. Een expert op het gebied van borstvoeding helpt ouders en bij het geven van borstvoeding. De auteurs van dit stuk streven ernaar lactatiekundige zorg voor elk kind in Nederland beschikbaar te maken door deze zorg op te nemen in het basispakket tot 18 jaar van de zorgverzekering.
De auteurs van dit stuk streven ernaar lactatiekundige zorg voor elk kind in Nederland beschikbaar te maken door deze zorg op te nemen in het basispakket tot 18 jaar van de zorgverzekering.
- Says who?-
huidig beleid
De meeste zorgverleners in de moeder/kindzorg weten wel dat borstvoeding de normale voeding voor een baby is. Of ze er ook naar (kunnen ) handelen is een ander verhaal, maar dat heeft vaak meer te maken met het feit dat maar weinig opleidingen aandacht aan borstvoeding geven dan aan de intentie van de zorgverlener. Er is dus best een wijdverspreid bewustzijn over dat borstvoeding optimaal is en er zijn ook enkele wetten, regelingen en campagnes die dit ondersteunen. Hier noemen we er een paar:
De Arbeidstijdenwet stelt moeders in de gelegenheid onder werktijd moedermelk te kunnen geven of afkolven voor hun kind. De Arbowetgeving stelt dat de aard en de plek van het werk van moeders de borstvoeding niet negatief mag beïnvloeden. Echter, de meeste moeders gaan na hun zwangerschapsverlof rond drie maanden na de bevalling weer werken, wanneer de helft van alle Nederlandse kinderen geen borstvoeding (meer) krijgt. Lactatiekundige zorg kan er toe bijdragen dat meer moeders langer hun baby borstvoeding geven en daardoor gebruik kunnen maken van de arbeidstijdenwet.
De Warenwetregeling Zuigelingenvoeding waarin eisen worden gesteld aan de samenstelling, verpakking en reclame-uitingen van zuigelingenvoeding. Deze wet is gebaseerd op de WHO code 'International code of marketing of breastfeeding-substitutes' die deels is overgenomen in de EU-richtlijn inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding (Richtlijn 91/321/EEG). Ondanks deze regeling is de kunstvoedingsindustrie commercieel zeer succesvol en worden artsen en zorgverleners in de geboortezorg veelal gesponsord en geschoold door kunstvoedingfabrikanten. Indirect beschermt de regeling borstvoeding, maar het geeft moeders echter geen directe handvatten hoe hun pasgeboren baby aan de borst te krijgen. Toegang tot een lactatiekundige kan deze zorg wel beschikbaar maken.
De Stichting Zorg voor Borstvoeding leidt in Nederland de wereldwijde campagne 'Baby-friendly Hospital Initiative', gestart door UNICEF en de WHO. Deze campagne certificeert gezondheidsinstellingen die zorg rondom borstvoeding promoot, beschermt en bevorderd. Ondanks dat het certificeren een vergroting geeft van de bewustwording van borstvoeding onder zorgverleners, is Room Borstvoeding van mening dat er nog te weinig kennisoverdracht en individuele hulp geboden wordt aan moeder en kind zelf. TNO en ZonMw hebben een multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding ontwikkeld. Deze richtlijn is bedoeld voor zorgverleners. Ook hierbij is de kennisoverdracht gericht op de zorgverlener en niet op de moeder of ouders. Hiervoor is het Voedingscentrum, dat in opdracht van het Ministerie van VWS, informatie geeft over borstvoeding aan publiek (en zorgverleners). Deze informatie is echter schriftelijk en biedt geen zorg op maat.
De Arbeidstijdenwet stelt moeders in de gelegenheid onder werktijd moedermelk te kunnen geven of afkolven voor hun kind. De Arbowetgeving stelt dat de aard en de plek van het werk van moeders de borstvoeding niet negatief mag beïnvloeden. Echter, de meeste moeders gaan na hun zwangerschapsverlof rond drie maanden na de bevalling weer werken, wanneer de helft van alle Nederlandse kinderen geen borstvoeding (meer) krijgt. Lactatiekundige zorg kan er toe bijdragen dat meer moeders langer hun baby borstvoeding geven en daardoor gebruik kunnen maken van de arbeidstijdenwet.
De Warenwetregeling Zuigelingenvoeding waarin eisen worden gesteld aan de samenstelling, verpakking en reclame-uitingen van zuigelingenvoeding. Deze wet is gebaseerd op de WHO code 'International code of marketing of breastfeeding-substitutes' die deels is overgenomen in de EU-richtlijn inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding (Richtlijn 91/321/EEG). Ondanks deze regeling is de kunstvoedingsindustrie commercieel zeer succesvol en worden artsen en zorgverleners in de geboortezorg veelal gesponsord en geschoold door kunstvoedingfabrikanten. Indirect beschermt de regeling borstvoeding, maar het geeft moeders echter geen directe handvatten hoe hun pasgeboren baby aan de borst te krijgen. Toegang tot een lactatiekundige kan deze zorg wel beschikbaar maken.
De Stichting Zorg voor Borstvoeding leidt in Nederland de wereldwijde campagne 'Baby-friendly Hospital Initiative', gestart door UNICEF en de WHO. Deze campagne certificeert gezondheidsinstellingen die zorg rondom borstvoeding promoot, beschermt en bevorderd. Ondanks dat het certificeren een vergroting geeft van de bewustwording van borstvoeding onder zorgverleners, is Room Borstvoeding van mening dat er nog te weinig kennisoverdracht en individuele hulp geboden wordt aan moeder en kind zelf. TNO en ZonMw hebben een multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding ontwikkeld. Deze richtlijn is bedoeld voor zorgverleners. Ook hierbij is de kennisoverdracht gericht op de zorgverlener en niet op de moeder of ouders. Hiervoor is het Voedingscentrum, dat in opdracht van het Ministerie van VWS, informatie geeft over borstvoeding aan publiek (en zorgverleners). Deze informatie is echter schriftelijk en biedt geen zorg op maat.
wat nu?
Tja, wat nu..?
Heeft een lactatiekundige wel effect?
Believe it or not maar over of moeders langer borstvoeding geven door een lactatiekundige in te schakelen zijn maar weinig gegevens bekend. Wel hebben we onze eigen 2015 enquete. Die is overigens overduidelijk (zie hiernaast), maar mocht jij andere cijfers kennen dan zien we die natuurlijk graag.
Om lactatiekundige zorg in het basispakket voor kinderen onder de 18 jaar te krijgen, moet er een wetsverandering plaatsvinden. En dat gebeurt niet zomaar.
Het Zorginstituut Nederland is verantwoordelijk voor het adviseren van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de inhoud van het basispakket. Als deze minister een bepaald onderwerp wil regelen, geeft zij de ambtenaren op haar departement opdracht om een wetsvoorstel te maken. Er wordt onderzocht of het voorstel effectief is, of er een kosten/baten evenwicht is, of het überhaupt noodzakelijk is en of het wel uitvoerbaar is. Dit kan een flinke tijd duren en hierbij is veel overleg en onderzoek nodig in 'het veld'. Het veld kan bestaan uit ouders, zorgverleners of betrokken organisaties. In dit geval kun je dan denken aan de alle organisaties die te maken hebben met de zorg voor jonge kinderen en ouders.
Maar het initiatief voor een wetsvoorstel komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Daar is eerst een grote portie motivatie voor nodig. En die motivatie kan van uit verschillende hoeken komen. Je zou bijvoorbeeld een petitie kunnen starten onder de bewoners van Nederland en deze (na ontvangst van 40.000 (!) handtekeningen aan bieden aan desbetreffende minister. Maar ook een kamerlid kan reuring brengen, denk aan Renske Leijten van de SP. Een citaat van haar luidt: "Toegang tot onderwijs of zorg mag niet afhangen van een goedgevulde portemonnee. Dat is een basisrecht."
En zo zullen er nog veel meer acties zijn die het bewustzijn en de behoefte wat aan de wet te veranderen vergroten. Misschien heb jij zelf wel een goed idee, of ben je sterk gemotiveerd je voor dit onderwerp in te zetten. Laat het ons vooral weten!
Heeft een lactatiekundige wel effect?
Believe it or not maar over of moeders langer borstvoeding geven door een lactatiekundige in te schakelen zijn maar weinig gegevens bekend. Wel hebben we onze eigen 2015 enquete. Die is overigens overduidelijk (zie hiernaast), maar mocht jij andere cijfers kennen dan zien we die natuurlijk graag.
Om lactatiekundige zorg in het basispakket voor kinderen onder de 18 jaar te krijgen, moet er een wetsverandering plaatsvinden. En dat gebeurt niet zomaar.
Het Zorginstituut Nederland is verantwoordelijk voor het adviseren van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de inhoud van het basispakket. Als deze minister een bepaald onderwerp wil regelen, geeft zij de ambtenaren op haar departement opdracht om een wetsvoorstel te maken. Er wordt onderzocht of het voorstel effectief is, of er een kosten/baten evenwicht is, of het überhaupt noodzakelijk is en of het wel uitvoerbaar is. Dit kan een flinke tijd duren en hierbij is veel overleg en onderzoek nodig in 'het veld'. Het veld kan bestaan uit ouders, zorgverleners of betrokken organisaties. In dit geval kun je dan denken aan de alle organisaties die te maken hebben met de zorg voor jonge kinderen en ouders.
Maar het initiatief voor een wetsvoorstel komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Daar is eerst een grote portie motivatie voor nodig. En die motivatie kan van uit verschillende hoeken komen. Je zou bijvoorbeeld een petitie kunnen starten onder de bewoners van Nederland en deze (na ontvangst van 40.000 (!) handtekeningen aan bieden aan desbetreffende minister. Maar ook een kamerlid kan reuring brengen, denk aan Renske Leijten van de SP. Een citaat van haar luidt: "Toegang tot onderwijs of zorg mag niet afhangen van een goedgevulde portemonnee. Dat is een basisrecht."
En zo zullen er nog veel meer acties zijn die het bewustzijn en de behoefte wat aan de wet te veranderen vergroten. Misschien heb jij zelf wel een goed idee, of ben je sterk gemotiveerd je voor dit onderwerp in te zetten. Laat het ons vooral weten!
bronvermelding
Als je wat roept moet je dat goed onderbouwen.
Bij deze een poging:
In februari 2016 publiceerde het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift The Lancet een serie artikelen over borstvoeding. De onderzoekers voerden een meta analyse uit om te kijken hoeveel borstvoeding er nu eigenlijk wordt gegeven, wat daarvan de korte- en lange termijn effecten zijn en wat het verschil is tussen arme en rijke landen hierbij. Je kan nummer 1 genaamd Breastfeeding in the 21st century: epidemiology, mechanisme, and liftlong effect van Victora et al. (Lancet 2016 ; 387: 475-90) hieronder als pdf downloaden.
Het RIVM maakte in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een website over borstvoeding: https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/borstvoeding
Het Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind vind je hier: http://www.kinderrechten.nl/images/13/194.pdf waarbij het ons voornamelijk gaat om artikel 24.
De pdf Peiling melkvoeding van zuigelingen 2015 van TNO vind je hier: https://www.tno.nl/media/5249/infoblad-peiling-melkvoeding-van-zuigelingen-2015.pdf
Een overzicht van de 'actoren' die borstvoeding bevorderen kun je hier vinden, van het nationaal kompas volksgezondheid (dit is de oude site van wat nu volksgezondheidenzorg.info heet) www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/borstvoeding/actoren-die-borstvoeding-bevorderen/. Opvallend aan deze site is de laatste zin "Hulp en advies van lactatiekundigen kan op alle momenten in de keten ingeroepen worden", wat dus niet waar is.
Mis je een bron of weet je zelf nog informatie die je hier graag zou terugzien? Laat het ons vooral weten.
Bij deze een poging:
In februari 2016 publiceerde het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift The Lancet een serie artikelen over borstvoeding. De onderzoekers voerden een meta analyse uit om te kijken hoeveel borstvoeding er nu eigenlijk wordt gegeven, wat daarvan de korte- en lange termijn effecten zijn en wat het verschil is tussen arme en rijke landen hierbij. Je kan nummer 1 genaamd Breastfeeding in the 21st century: epidemiology, mechanisme, and liftlong effect van Victora et al. (Lancet 2016 ; 387: 475-90) hieronder als pdf downloaden.
Het RIVM maakte in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een website over borstvoeding: https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/borstvoeding
Het Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind vind je hier: http://www.kinderrechten.nl/images/13/194.pdf waarbij het ons voornamelijk gaat om artikel 24.
De pdf Peiling melkvoeding van zuigelingen 2015 van TNO vind je hier: https://www.tno.nl/media/5249/infoblad-peiling-melkvoeding-van-zuigelingen-2015.pdf
Een overzicht van de 'actoren' die borstvoeding bevorderen kun je hier vinden, van het nationaal kompas volksgezondheid (dit is de oude site van wat nu volksgezondheidenzorg.info heet) www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/borstvoeding/actoren-die-borstvoeding-bevorderen/. Opvallend aan deze site is de laatste zin "Hulp en advies van lactatiekundigen kan op alle momenten in de keten ingeroepen worden", wat dus niet waar is.
Mis je een bron of weet je zelf nog informatie die je hier graag zou terugzien? Laat het ons vooral weten.